TPO Doorgaan

De passie van Ahmed

20-05-2014 21:42

“Als ik wist wat het voor gezeik zou opleveren was ik hier nooit aan begonnen,” verzucht mijn goede vriend Ahmed. “Natuurlijk is het leuk om in een ijssalon te stappen, maar ik word gek van het personeel. Dan is die weer ziek, dan is die weer boos en je moest eens weten hoeveel oma’s er zijn overleden in deze eerste maand alleen al!” Het is dinsdagochtend, we zitten op een zonnig  terras in Utrecht.

Mijn goede vriend Ahmed is een ondernemer van het gepassioneerde soort. Hij stapt niet zozeer in zaken omdat hij  geld ruikt, hij stapt in zaken omdat hij het leuk vindt. Hij vindt zichzelf derhalve een slechte ondernemer. Maar hij onderneemt. Hij onderneemt veel en vaak, zoveel als zijn budget en het aantal uren in een dag het toelaten. Hij start, verkoopt, wordt uitgekocht, koopt, wordt agressief overgenomen, stapt in en stapt uit.

Loonslaaf

Een wereld die ik, loonslaaf in de mediawereld, met verwondering gadesla. Een metier wat mij niet in het bloed zit. Bij mij stokt het ondernemen meestal na het krijgen van het idee.  Ik denk en doe niet: Ahmed doet en denkt later. Dat komt hem soms op mooie financiële klappers te staan, soms op regelrechte teleurstellingen en, het lijkt, vanaf de zijlijn, een ongekende hoeveelheid zorgen, maar toch komt hij steeds weer bovendrijven en iedere keer als ik hem spreek, heeft hij weer iets anders lopen. Een wagon feestverlichting voor zijn neef in Jordanië, een ICT startup of een monstrueus pand, wat hij gaat verbouwen en exploiteren.

Mooie auto

Ondertussen is Ahmed een bon vivant. Mooie auto, vaak op reis, en maakt altijd tijd voor zijn vrienden. Hij onderneemt, speelt hoog spel, maar leeft zijn privé leven op het tempo van een student: bakkie koffie in de stad, dagje strand op woensdag, hij doet het. Want hij het kan: met een internetverbinding kan hij zijn zaken doen.

Ja, u leest het goed. Ik ben jaloers op Ahmed. Zijn passie voor handel permitteert hem een relaxte levensstijl, met korte horten en stoten van stress.

“Ik kan niks anders,” verzucht hij. “Ik ben niet zo creatief als jij, ik moet dit doen.”  Terwijl hij de rekening van de koffie betaalt.  “Kom, we gaan een ijsje halen, die zijn gratis.” Vanuit mijn ooghoek zie ik hem grinniken en besluit ik, voor de vierendertigste keer, dat ik toch echt eens ondernemer ga worden.