TPO Doorgaan

Vleugels

15-09-2014 09:00

De hele dag al had ze me niet durven aankijken, mijn hoofdredacteur. Dat had mijn teken aan de wand moeten zijn. Toch kwam het als een verrassing toen de nieuwe uitgever van het blad dat ik maakte, mij meedeelde dat ik te duur was om in dienst te houden in het licht van de komende bezuinigingen. Alles moest anders, van het papier (goedkoper) tot de inhoud (goedkoper) en de redactie (goedkoper).

Al maanden had ik her en der uitroepen van verbazing, verontwaardiging en troost rondgestrooid via de sociale media. Ach, wat erg. Baan kwijt. Hoe kunnen ze jou nu ontslaan? Wat moeten ze zonder jou? Vormgevers, eindredacteuren en redacteuren werden na jarenlange trouwe dienst gewieberd als overtollige ballast.

Het was herfst, en de blaadjes vielen. Bij bosjes. Een uitermate slechte tijd om werkloos te raken.

ASRcampagne

De winter kwam, de kerst kwam, januari kwam. Braaf deed ik wat het UWV van me vroeg en méér. De fixatie op een tijdelijke baan die uit zou monden in een vaste zat diep. Want ik was kostwinner. Net als mijn vader dat ooit voor ons gezin was. Het arbeidsmodel waar hij deel van uitmaakte, bestaat inmiddels niet meer. Mijn vader was onderwijzer en stond veertig(!) jaar voor de klas. Een mensenleven lang werkte hij voor dezelfde baas. Daarnaast had hij nog een tweede carrière: die van politicus van de lokale soort. Eerst gemeenteraadslid, daarna wethouder. Voor mijn vader was er maar één baan: een vaste. Hij bezag mijn carrière met verbazing, soms met bewondering, maar altijd met angst en beven. Want iedere twee à drie jaar van werkgever wisselen, wat zou dat met mijn toekomst doen? Kon ik niet ergens een keertje wat langer blijven plakken, kiezen voor zekerheid? Een goed pensioen?

Bridgen

Papa’s pensioen was inderdaad goed en met recht: hij had zich er kapot voor gewerkt. Hij was 62 toen hij ‘van het leven kon gaan genieten’. Voor het eerst pakte hij het vliegtuig naar de andere kant van de wereld. Voor het eerst deed hij iets voor zichzelf – hij ging bridgen – zonder dat het met werk te maken had. Drie jaar lang genoot hij van zijn vrije tijd. Toen kreeg hij een hersenbloeding. Twee jaar later was hij dood.

Zijn voorbeeld spookt door mijn hoofd nu ik voor mezelf ga beginnen. Ook omdat mijn vader nog net meemaakte hoe mijn man een drumspeciaalzaak opende. Hij wenste ons succes, hoopte dat de onderneming vleugels zou krijgen. Tegelijkertijd drukte hij ons op het hart om het zakelijk goed te regelen. Trek de boel uit elkaar. En tegen Gijs, mijn man: werk hard, maar niet zó hard dat je nergens anders meer tijd voor hebt.

Gijs werkte hard. Was 24 uur per dag bezig met zijn drumwinkel. ’s Nachts hoorde ik hem in zijn slaap de gebeurtenissen van die dag herkauwen. Soms voelde het als gekooide vrijheid, dat wachten in de winkel tot er een klant door de deur stapte, bekende hij. Dat gevoel werd steeds vaker overstemd door de euforie van een goede verkoop, gesloten op zíjn voorwaarden, zíjn kennis, zíjn ideeën over hoe handel te voeren. Langzaam bouwde hij een reputatie op. Door de High Fidelity-sfeer in de winkel – kopje koffie erbij, en tuurlijk mag je een kit of bekkenset proberen, ook al duurt dat de hele middag. Door zijn enthousiaste aanwezigheid op Facebook, waar hij zijn statusupdates in bijna alle gevallen met twee uitroeptekens besluit. Door héél veel, zo niet álles te weten – één van zijn klanten noemt hem inmiddels “een wandelende drumencyclopedie”. Na tweeënhalf jaar buffelen kwam het omslagpunt. Gijs’ winkel kreeg vleugels.

En ik zat werkloos thuis.

Balans

Maar moedeloos voelde ik me niet. Want tussen het voorbeeld van de twee belangrijkste mannen in mijn leven – mijn vader, die voor zekerheid ging en zich kapot werkte voor een baas, en mijn man, die een risico nam en dat beloond zag – vond ik een balans. Hard werken, ja graag, maar dan wel op míjn voorwaarden. Mijn risico. Mijn initiatief.

De beslissing om solo te gaan vliegen, begroette Gijs met enthousiasme. “Dat had je drie maanden geleden al moeten doen”, zei hij. “Doen, gaan!”

Dat dus. Ik doe. Ik ga. En ik hoop dat ik vleugels krijg.

Waarom wij ondernemers steunen!

Ondernemers zijn de kurk waar onze economie op drijft., zeker als het crisis is en de bank lastig doet. TPO doet daarom mee aan de campagne Doorgaan van De Amersfoortse, die ondernemers steunt met crowdfunding. En we vragen jou om ook mee te doen. Doe mee aan onze blogbattle ‘Doorgaan’ en steun ondernemers (en jezelf)!